Begroting 2019

Financieel meerjarenperspectief 2019-2022

Het vertrekpunt voor de begroting 2019 is de perspectiefnota 2019. Het financieel meerjarenperspectief 2019-2022 zag er in de perspectiefnota, die in de raad van 21 juni 2018 behandeld is, als volgt uit:

 

2019

V/N

2020

V/N

2021

V/N

2022

V/N

A

 Saldi uit de mjr 2018-2021 (incl. 1e wijziging) 

      -166

 V 

        -74

 V 

      -179

 V 

      -203

 V 

B

 Structureel effect jaarstukken 2017 

       273

 N 

       244

 N 

       215

 N 

       190

 N 

C

 Begrotingswijzigingen na het vaststellen begroting 2018 

         40

 N 

         40

 N 

         40

 N 

         40

 N 

D

 Budgetbijstelling bestaand beleid (1e Turap/PPN2019) 

       193

 N 

       325

 N 

       536

 N 

       716

 N 

E

 Bijdrage ABG 

       223

 N 

       190

 N 

       191

 N 

       191

 N 

F

 Algemene uitkering gemeentefonds 

      -549

 V 

      -887

 V 

  -1.153

 V 

  -1.660

 V 

G

 Nieuw beleid (1e Turap/PPN2019) 

       139

 N 

       155

 N 

       165

 N 

       120

 N 

 Resultaat Perspectiefnota 2019

       153

N

          -7

V

      -185

V

      -606

V

Verwerkte budgetaanpassingen:
In het traject  van de perspectiefnota 2019 naar de voorliggende begroting 2019 zijn alle voorstellen voor nieuw beleid en de budgetbijstellingen en de bestaande budgetten in opdracht van het college nogmaals tegen het licht gehouden. Het presenteren van een niet sluitende meerjarenraming is niet het voornemen. Onderstaande wijzigingen zijn verwerkt in deze begroting:

2019

V/N

2020

V/N

2021

V/N

2022

V/N

A

Resultaat Perspectiefnota 2019

153

N

-7

V

-185

V

-606

V

B

Doorbelasting onderhoud ABG

-30

V

-30

V

-30

V

-30

V

C

Budgettair effect meicirculaire '18

-30

V

164

N

154

N

313

N

D

Stelpost plafond BCF

-69

V

-69

V

-69

V

-69

V

E

Fout in rekenmodel ministerie

0

-109

V

0

0

F

Wachtgeld wethouders 

0

0

0

60

N

G

Werkkostenregeling

24

N

24

N

24

N

24

N

H

Actualisatie WWB uitkeringen

14

N

14

N

14

N

14

N

I

Indexering lasten afvalinzameling

-28

V

-28

V

-28

V

-28

V

J

Actualisatie rentelasten

8

N

30

N

28

N

29

N

K

Incidentele lasten tlv Algemene Res.

-45

V

-45

V

-45

V

0

L

Ondersteuning griffie

-16

V

-16

V

-16

V

-16

V

M

Budget lichte ondersteuning

-12

V

-12

V

-12

V

-12

V

N

Geen bezuiniging Effe buurten

16

N

16

N

16

N

16

N

O

Viering 75 jarige bevrijding

8

N

8

N

0

0

P

Areaalontwikkeling woningen

-20

V

-34

V

-44

V

-54

V

Q

Diverse kleine verschillen

-5

V

-28

V

-8

V

31

N

 Resultaat programmabegroting 2019

               -32

V

-122

V

-201

V

-328

V

Toelichting op de verwerkte budgetaanpassingen:

A: Resultaat Perspectiefnota 2019:
Dit betreft het resultaat zoals dat weergegeven is in de perspectiefnota 2019 op bladzijde 11.

B: Doorbelasting onderhoud ABG
De kosten van huisvesting van de gebouwen van de gemeente komen voor rekening van de ABG. Het betreft hier de storting in de onderhoudsvoorziening van het gemeentekantoor.

C: Budgettair effect meicirculaire 2018
Het effect van de meicirculaire 2018 kon door het late tijdstip van beschikbaar komen niet verwerkt worden in de perspectiefnota 2019. De effecten zijn via een raadsinformatiestuk op 21 juni 2018 in de raadsvergadering behandeld. De financiële verwerking wordt nu gedaan.

D: Stelpost plafond BCF
Bij de invoering van het BTW-compensatiefonds is een budget onttrokken aan het gemeentefonds. Jaarlijks wordt gekeken of er door de gemeenten meer of minder gedeclareerd is bij het BTW-compensatiefonds. Het tekort of overschot wordt achteraf verrekend met het gemeentefonds.
Tot nu werd een voorschot gegeven op de inschatting in welke mate de declaraties van gemeenten onder het BCF-plafond blijven. Die bedragen liepen op tot € 901 miljoen aan het eind van de meerjarenraming. Er was grote twijfel aan de juistheid van die inschatting. Er komt nu een andere regeling. Met ingang van 2019 wordt namelijk de opgenomen voorschotten afgeraamd tot het volledige bedrag dat in 2022 cumuleert naar € 901 miljoen. In de toekomst wordt jaarlijks op basis van de laatste inzichten bij de septembercirculaire van dat jaar een nieuw voorschot gegeven. Dat voorschot wordt vervolgens afgerekend bij de meicirculaire in het volgende jaar. Bijstelling vindt plaats in september 2018, terwijl afrekening volgt bij de meicirculaire 2019. Wel wordt in deze circulaire de structurele doorwerking ervan naar latere jaren afgeraamd. Al met al een flinke aderlating in het budgettair kader van de gemeenten. De provinciaal toezichthouder stond de voorschotregeling immers als structureel dekkingsmiddel toe in de (meerjaren)-begroting. Omdat de basis daarvoor – hoe wankel altijd ook – wordt weggenomen, betekent het dat veel gemeenten hun begrotingen zullen moeten aanpassen (minder inkomsten op het moment van het opstellen van de begroting). De toezichthouders hebben gezamenlijk besloten op welke wijze de gemeenten een inschatting mogen maken met betrekking tot de hoogte van hun aandeel. Deze rekenwijze leidt tot een structureel bedrag van € 69.000 dat mag worden meegenomen als geprognosticeerde bate.
Wel moet gezegd worden dat de gemeenten er uiteindelijk niet op tekort komen. Immers, bij de afrekening bij de meicirculaire T+1 krijgen de gemeenten waar ze recht op hebben.

E: Fout in rekenmodel ministerie
Bij de meicirculaire 2018 zijn door het ministerie rekenmodellen beschikbaar gesteld. Met deze rekenmodellen kunnen de toekomstige baten uit het gemeentefonds ingeschat worden.
In het betreffende rekenmodel is een fout geslopen. Pas in latere instantie is deze fout door het ministerie hersteld.

F: Wachtgeld wethouders
In de begroting wordt vanaf 2022 rekening gehouden met de mogelijkheid dat er wachtgeld uitgekeerd moet gaan worden voor wethouders.

G: Werkkostenregeling
Dit betreft de belasting die wij als gemeente af moeten dragen over de kostenvergoedingen aan personen op de loonlijst van Alphen-Chaam. In de werkkostenregeling wordt geregeld dat een bepaald percentage over de loonsom belastingvrij verstrekt worden aan kostenvergoedingen. Over het meerdere moet fors belasting afgedragen worden. Door het kleine personeelsbestand (burgemeester, wethouders en griffier) wordt het vrijgestelde bedrag snel overschreden. Onder de kostenvergoedingen vallen de kostenvergoedingen van de burgemeester, wethouders, griffier en de raadsleden.

H: Actualisatie WWB uitkeringen
De wetgeving rondom de financiering van de uitkeringen aan de inwoners is zodanig dat een percentage over de te ontvangen rijksbijdrage als eigen risico genomen moet worden. Pas bij een overschrijding van het eigen risico kan beroep gedaan worden op de vangnetuitkering. In onze begroting wordt rekening gehouden dat de werkelijke lasten van de uitkeringen hoger zijn dan de inkomsten. Als nadeel nemen wij het eigen risico mee. Hierdoor wordt de kans dat wij hierop op een later moment een nadeel moeten melden een stuk kleiner. De huidige inschatting wordt als realistisch gezien.

I: Indexering lasten afvalinzameling
De lasten van de inzameling van afval wordt afgezet tegen de inkomsten uit afvalstoffenheffing. Een onderdeel van de lasten zijn de kosten van de ABG. Deze lasten worden nu ook geïndexeerd. Het betreft hier een interne verrekening van de kosten van de ABG, geen verhoging van de betalingen aan de ABG.

J: Actualisatie rentelasten
De rentelasten zijn (met o.a. het investeringsplan als grondslag) geactualiseerd.

K: Incidentele lasten ten laste van de algemene reserve
In de perspectiefnota 2019 zijn een aantal incidentele lasten opgenomen die gedekt worden uit structurele baten. Namelijk de kosten van de programmamanager invoering omgevingswet, een projectleider voor het digitaal stelsel omgevingswet een de cultuuromslag veranderingen omgevingswet. Deze lasten worden in deze begroting gedekt uit de algemene reserve.

L: Ondersteuning griffie
In de perspectiefnota 2019 was rekening gehouden met de uitbreiding van de ondersteuning van de griffier moet 0,5 Fte. In overleg wordt deze uitbreiding nu structureel voor 0,25 Fte in de begroting opgenomen. Na de indiensttreding van de nieuwe griffier zal alsnog bezien worden wat er aan ondersteuning noodzakelijk is. (in de 1e begrotingswijziging wordt dit aangepast naar structureel 0,5 Fte vanaf 2020)

M: Budget lichte ondersteuning
In de begroting 2018 was in jaarschijf 2019 een bedrag opgenomen van € 47.000 voor lichte ondersteuning. Dit bedrag blijkt achteraf te hoog te zijn geweest. Dit budget wordt na een verlaging van € 12.000 toegevoegd aan de begrotingspost subsidieplafond lichte ondersteuning.

N: Geen bezuiniging Effe Buurten
De eerder voorgenomen afbouw van de professionele inzet van ‘effe buurten” draaien we terug omdat we zien dat het initiatief voorziet in een behoefte en bijdraagt aan minder individuele voorzieningen (individuele begeleiding). Maar ook omdat we een groei van de doelgroep voorzien, door de vergrijzing en de decentralisatie van beschermd wonen en maatschappelijke opvang.

O: Viering 75 jarige bevrijding   
Voor de viering van de bevrijding 75 jaar geleden is in 2019 en 2020 een incidenteel budget van € 7.500 (2x) opgenomen.

P: Areaalontwikkeling woningen
De OZB inkomsten stijgen door de uitbreiding van het aantal woningen in onze gemeente.

Q: Diverse kleine verschillen
Bij het actualiseren van de meerjarenraming worden verschillende posten geactualiseerd, waaronder het grondbedrijf. Hierdoor ontstaan onder andere verschillen op de doorbelaste rente.